Het nieuwe nummer van Museumpeil (40) is gewijd aan
duurzaamheid in musea en is gevuld met goede voorbeelden en nieuwe initiatieven
in Nederland en Vlaanderen.
Op de cover van dit nummer staat het kunstwerk Tempestas
van Rudy J. van de Wint (foto: P.J. van de Wint). Het is te zien in het
geregistreerde Museum De Nollen in Den Helder, waar Van de Wint in een
duingebied een prachtig ‘Gesamtkunstwerk’ heeft gemaakt van zijn beelden en van
het duinlandschap waar ze in staan. Ik denk dat ik begrijp waarom het beeld ‘de
storm’ heet. Maar ik associeer het beeld met het groene streven, met ‘Going
Green’, waar altijd nog hogere doelen in het verschiet liggen. Een stimulerend
beeld dus bij het thema duurzaamheid.
In dit nummer worden
opvallende uitspraken gedaan. Bijvoorbeeld: ‘duurzaamheid voor musea betekent verankerd zijn in de omgeving; musea
moeten dus tegemoet komen aan de behoeften van de samenleving.’ Dat is nog eens
wat anders dan de opvatting dat musea
alleen al door hun opdracht, aard en wezen aan duurzaamheid doen. Onze
taak is immers behoud van erfgoed en kunst? Nee, zo eenvoudig ligt het dus niet. Wat
museale duurzaamheid dan wel is, heeft ook in onze redactievergaderingen over
dit onderwerp tot stevige discussies
geleid. Over groen, zuinig en herbruikbaar waren we het wel snel met elkaar
eens, hoewel er nog veel terrein te winnen is op dit gebied. Hoe dan ook: voor dit nummer waren al veel goede
voorbeelden te vinden: Haagse musea in de milieubarometer van Stichting
Stimular, de Plantage Amsterdam met gereduceerde CO₂ uitstoot, het Vlaamse Bokrijk
als lichtend voorbeeld met een Green Key, aardverwarmingsinstallaties in nieuwe
depots (Fryslân) en nieuwe criteria voor duurzame museumgebouwen (BREEAM).
Maar het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) van
musea. Hoe moeten we dat zien? Hoe vallen bijvoorbeeld bezuinigingen, fusies en
reorganisaties in musea nog te rijmen met door de duurzaamheidsdoelstellingen
geformuleerde adagia als verantwoord personeelsbeleid, binding met de buurt en
een goede ‘work life balance’? Is een
tot reorganisatie, bezuiniging en fusie gedwongen instituut beter op de
toekomst voorbereid? Kan een gesloten
museum nog duurzaam zijn? Kan een duurzaam museum toch gesloten worden? Zijn
alle wegbezuinigde medewerkers nog goede ambassadeurs? We hebben in dit nummer een paar goede voorbeelden van hoe dat
duurzaamheidsstreven de medewerkers in musea kan verbinden en enthousiasmeren,
al was het maar door de aanleg van een groentetuin (‘potage-toit’) op het dak
van de gerenommeerde bibliotheek of door het doorgeven van kennis over oude
textielmachines.
Duidelijk is in ieder geval dat een museum - ook een
gereorganiseerd museum - zich niet binnen een paar jaar tijd een groen label kan
opspelden, zij het dat laaghangend fruit, bijvoorbeeld op het gebied van
energiebezuiniging, al direct geoogst kan worden. Nee, het is meer een kwestie
van anders gaan denken, een transitieproces dat moet worden ingebed in missie
en beleid: ‘going green is a journey, not a destination’ zoals Leon Smets
citeert. Hopelijk is deze Museumpeil daarmee
een inspirerende reisgids.